Over de Grote Gele Kwikstaart
De vleugels zijn bruin-zwart gekleurd. De onderzijde is geel. De mannetjes hebben in de paartijd een zwarte keel. Grote gele kwikstaarten hebben een opvallende lange, zwarte staart waarbij de buitenste pennen wit zijn. In de vlucht kun je een witte streep op de ondervleugel zien.
Specificaties
Wetenschappelijke naam
Motacilla cinerea
Familie
Motacillidae
Habitat
De Grote gele kwikstaart komt in grote delen van Europa voor. Hij heeft een uitgesproken voorkeur voor snel stromende beken. In de zuidelijke delen van Europa komen ze het gehele jaar voor. De noordelijke broedvogels trekken in de winter naar het zuiden.
Voedsel
Ze eten voornamelijk insecten, wormen, kleine weekdieren en schaaldieren die ze vooral langs de waterlijn zoeken.
Hoogte
16-18cm
Gewicht
15-23g
Levensduur
1 - 8 Jaar
Broedtijd
Maart-Juni
Nest
Hij nestelt in rotsspleten, in steile rivieroevers, in muurholtes en onder bruggen. Het nest wordt gemaakt van mos, gras en wortels en wordt bekleed met haren en veren. Als holenbroeder broedt hij ook in speciale nestkasten.
Geluid
De roep klinkt ongeveer als stiet of tzie-tiet. Bij alarm gaat het over in suu-iet. De zang van de Grote gele kwikstaart bestaat uit een reeks van lokroepachtige tonen.
Kenmerken
Door het op en neer bewegen van de lange staart is de Grote gele kwikstaart duidelijk als een kwikstaart te herkennen. Het is een erg actieve vogel die nooit stil zit.
De Grote gele kwikstaart is gebonden aan schoon, stromend water alhoewel het leefgebied van deze vogel de laatste tijd aan het uitbreiden is.
Je ziet deze ‘kwik’ vaak op zijn pootjes in het ondiepe water rond dribbelen op zoek naar voedsel.
Jongen
Het legsel bestaat uit 4 tot 6 eieren die na 13 of 14 dagen uitkomen. Beide ouders voeren de jongen die na twaalf dagen het nest verlaten. Meestal volgt dan een tweede broedsel.