Mijn geluid
Volume Volume off
(Anthocharis cardamines)

Oranjetipje

Het mannetje van het oranjetipje (Anthocharis cardamines) is gemakkelijk te herkennen aan de oranje vlek op de vleugels.

Over de Oranjetipje

Het vrouwtje daarentegen is maar een wit vlindertje met een zwarte vlek in de voorvleugels en wordt vaak met het bekende koolwitje verwisseld. De vleugelonderzijden zijn groen met wit gecamoufleerd, waardoor het oranjetipje met gesloten vleugels niet opvalt.

Specificaties

Wetenschappelijke naam Anthocharis cardamines
Familie Pieridae
Habitat Het oranjetipje komt in heel Europa voor. Hij is vooral in bermen langs bosranden en op vochtige weilanden waar te nemen, maar ook in tuinen met voedselplanten (waardplanten genoemd). Deze vlinder brengt maar één generatie per jaar voort.
Voedsel De vlinders voeden zich met nectar van diverse bloemen en struiken. De belangrijkste voedselplanten voor de rupsen én nectarplanten voor de vlinders zijn de pinksterbloem en het look-zonder-look.
Hoogte 35-45mm
Gewicht 1g
Broedtijd Maart-April
Nest Eitjes worden afgelegt op waardplanten (= voedselplanten voor rupsen), veelal op de pinksterbloem.
Geluid .
Kenmerken Het mannetje heeft mooi oranje gekleurde vleugelpunten. Deze soort overwintert als pop. De pop lijkt op een stekel.
Jongen Meestal maar één eitje per plant. Na 4 tot 12 dagen komen de rupsen uit. De rups vervelt zich vier keer tot dat hij zich gaat verpoppen in de vroege zomer. Als pop gaat hij overwinteren en in april barst de pop open en kruipt de vlinder naar buiten.

Kenmerken