Over de Vos
Al eeuwenlang wordt "Reintje" uitgemaakt voor sluwe bedrieger en kippenrover. Hij is een van de grootste roofdieren die nog vrij in de Benelux voorkomen. Hij geldt niet als een bedreigde diersoort en is momenteel niet beschermd.
De vos heeft een prachtige rode tot bruingrijze vacht die op de buik wit tot staalgrijs is. De oren zijn aan de achterzijde zwart, evenals de onderbenen. Zijn slanke snuit is zwart-wit en de ogen zijn amberbruin met langwerpige pupillen, zoals bij een kat. Bovendien heeft hij een dikke, lange staart (vaak met witte punt).
Specificaties
Wetenschappelijke naam
Vulpes vulpes
Familie
Canidae
Habitat
Hij komt overal voor op het noordelijk halfrond, van Alaska tot Japan en ook in Australië, waar hij rond het midden van de 19e eeuw ingevoerd is. Zijn favoriete leefgebied zijn bossen met open gebieden, maar hij komt ook in verschillende andere streken voor zoals gebergten, duinen, landbouwgebieden en zelfs in steden (stadsparken, begraafplaatsen).
Voedsel
De vos eet bijna alles en jaagt meestal 's nachts en in de schemering. Zijn prooien zijn kleine knaagdieren en konijn-achtige dieren. Bovendien worden ook weidevogels, eieren, regenwormen en insecten gegeten, evenals afgevallen fruit en bessen (vooral bramen), aas en afval. Hij vangt ook pluimvee van het boerenerf, overwegend dan als er jongen te voeren zijn.
Hoogte
30-55cm
Gewicht
3-14g
Levensduur
1 - 15 Jaar
Broedtijd
Winter
Nest
De vos graaft in de grond zijn hol, dat vaak twee tot vier ingangen heeft. Het vossenhol dient voornamelijk als kraam- en kinderkamer, maar ook als schuilplaats. Tevens worden ook holen (burchten) van konijnen of dassen benut.
Geluid
Vossen maken hondachtige geluiden, zoals blaffen, huilen en knorren. De roep van de moer (vrouwtje) is een hees, soms iets wat jammerend geblaf; van de rekel (mannetje) een kort en helder gekef.
Kenmerken
De vos is een mooie verschijning met zijn kenmerkende rode pels en zijn dikke, lange pluimstaart.
De vos heeft een scherp gehoor en een uitstekende reuk. Hij besluipt zijn prooi en kan zelfs op bomen klimmen. Soms rust hij overdag op de onderste takken van een boom.
Jongen
De paartijd valt in de winter. Na een draagtijd van ongeveer 53 dagen (tussen maart en mei) worden meestal 4 tot 6 jongen geboren, bij uitzondering zelfs 10.