(Osmia bicornis)

Rode metselbij

De Rode Metselbij (Osmia bicornis) heeft een oranjebruine beharing op het achterlijf.

Over de Rode metselbij

Het vrouwtje is van het mannetje te onderscheiden door haar zwarte kopharen met twee korte zwarte hoorntjes. Het mannetje heeft witte haren op zijn kop en grote zwarte voelsprieten.

Specificaties

Wetenschappelijke naam Osmia bicornis
Familie Megachilidae
Habitat De bijensoort komt voor in een groot deel van Europa en Noord-Afrika. Vanaf maart - bij een temperatuur van ongeveer 15 graden - komen de eerste bijen in onze tuinen, parken en langs bospaden tevoorschijn. De vliegperiode duurt tot ongeveer juni.
Voedsel Stuifmeel en nectar van allerlei bloemen, kruiden, fruitbomen en struiken.
Hoogte 10mm
Gewicht 1g
Broedtijd Voorjaar
Nest Als nestplaats van de Rode Metselbij dient meestal een gangetje in hout, stengels of steen, vaak gebruiken zij ook kunstmatige nestgelegenheden. Nadat het eitje is gelegd, sluit het vrouwtje de cel af met een wand 'gemetseld' van zand of klei en speeksel.
Geluid .
Kenmerken De Rode Metselbij is de meest voorkomende metselbij. Zij zijn niet agressief, vallen niet aan om hun nest te verdedigen en zijn veilig voor mens en dier.
Jongen Meestal worden meerdere nestgangen gemaakt met ca. 10 - 20 broedcellen achter elkaar. In iedere cel bevindt zich een eitje met een voedselvoorraad (stuifmeel). Het ei wordt eerst een larf, die zich voedt met het stuifmeel en zich daarna gaat verpoppen.

Kenmerken