(Rana Temporaria)

Bruine kikker

De bruine kikker (Rana Temporaria) is zeer variabel van kleur.

Over de Bruine kikker

Hij lijkt soms meer groen of rood dan bruin. Op de rug heeft hij donkere of zwarte vlekken en op de achterpoten donkere dwarsstrepen. Vrijwel alle bruine kikkers hebben een grote, donkerbruine vlek aan de zijkant van de kop, vanaf het oog tot aan de schouder. De bruine kikker heeft een korte, stompe snuit en lange achterpoten met zwemvliezen. De mannetjes zijn kleiner dan de vrouwtjes.

Specificaties

Wetenschappelijke naam Rana Temporaria
Familie Ranidae
Habitat De bruine kikker is wijdverspreid in heel Europa. Hij leeft op vochtige plaatsen onder struikgewas, in weiden en sloten. De bruine kikker overwintert verscholen onder boomstronken, stenen, in holen of in moerassige bodem van wateren.
Voedsel Het voedsel bestaat voornamelijk uit kleine ongewervelde zoals insecten, wormen en slakken.
Hoogte 10cm
Gewicht 30-120g
Levensduur 1 - 10 Jaar
Broedtijd Maart
Nest De afgezette eiklompen bevatten 700 tot wel 4500 eieren en worden vlak onder het wateroppervlak gelegd. Deze grote plak kikkerdril ligt los in het water op warme ondiepe plekken.
Geluid De bruine kikker heeft inwendige kwaakblazen. Zijn gekwaak bestaat uit een reeks zachte geluiden "grouk-grouk-grouk". De lokroep van het mannetje is een gedempt knorrend geluid.
Kenmerken Kenmerkend is hun donkere vlek achter het oog. Hij is één van de eerste kikkers, die in het voorjaar aan voortplanting begint. Tijdens de paartijd hebben de mannetjes paarborstels (eeltachtige knobbels) op hun duimen waardoor ze de vrouwtjes steviger vast kunnen houden.
Jongen Begin maart begeven bruine kikkers zich richting hun voortplantingswateren met ondiepe oeverzones. Na één of twee weken komen uit de eieren kleine zwarte kikkervisjes. Eind juni verlaten ze het water als bruine kikkertjes.

Kenmerken